Lokaal woonoverleg

Gemeentebesturen krijgen op basis van de Vlaamse Wooncode (art 28, paragraaf 1) een belangrijke rol als regisseur van het woonbeleid: “De gemeente is verantwoordelijk voor het uitwerken van haar woonbeleid op lokaal vlak waarbij aandacht uitgaat naar het stimuleren van sociale woonprojecten, het ondersteunen van woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden en de bewaking van de kwaliteit van het woonpatrimonium en de woonomgeving.”

Een woonoverleg is verplicht bij de programmatie van de sociale woningbouwprojecten en bij de opmaak van gemeentelijke toewijzingsreglementen. Het grond- en pandendecreet, artikel 2, vermeldt in dit kader: “Elke gemeenteraad formuleert op grond van een advies van het gemeentelijk woonoverleg in de zin van artikel 28 van de Vlaamse wooncode een gemotiveerd voorstel, rekening houdend met de sociale woonbehoefte, sociale contextfactoren en de bestaande en de geplande ruimtelijke structuur.”

Artikel 28, paragraaf 2 van de Vlaamse Wooncode, vormt de basis voor de juridische kapstok van een lokale Woonraad. Gemeentebesturen moeten er volgens de Vlaamse Wooncode zorg voor dragen dat woonprojecten en individuele verrichtingen van de sociale woonorganisaties, het OCMW en zichzelf in het belang van de bewoners op elkaar worden afgestemd. Om dit te bereiken moeten de gemeenten erop  toezien dat de sociale woonorganisaties zo veel mogelijk onderling overleg plegen.

Volgende partners nemen deel aan het lokaal woonoverleg:
• vertegenwoordigers van de gemeente (sector welzijn, dienst Ruimtelijke Ordening, sociale projecten, dienst Bevolking, e.a.);
• vertegenwoordigers van de politie en brandweer;
• schepen bevoegd voor huisvesting/wonen;
• vertegenwoordiger(s) van het OCMW;
• vertegenwoordigers van de sociale huisvestingsmaatschappijen (Woonpunt Zennevallei, Gewestelijke maatschappij voor volkshuisvesting);
• vertegenwoordigers van de sociaal verhuurkantoren (SVK Zuidkant en SVK Webra);
• vertegenwoordigers van andere huisvestingspartners (huurdersbond, CAW Halle-Vilvoorde, Vlaams woningfonds, LOGO Zenneland, Haviland,,…);
• vertegenwoordiger(s) van Wonen Vlaanderen en de provincie Vlaams-Brabant – dienst Wonen, zonder stemgerechtigd te zijn;
• vertegenwoordigers van doelgroepen en personen met een beperking (Begeleid wonen Pajottenland, CAW Halle-Vilvoorde, e.a.);
• burgemeester, voorzitter van het OCMW nemen deel aan het lokaal woonoverleg omwille van een vlotte informatiedoorstroming en overleg, maar zonder stemgerechtigd te zijn;
• vertegenwoordigers van de intergemeentelijke samenwerking Woonbeleid Zennevallei.

Indien wenselijk kunnen specialisten deelnemen aan een lokaal woonoverleg.

Naast de verplicht te bespreken onderwerpen (bv. programmatie sociale woningbouw) worden ook andere huisvesting gerelateerde thema’s geagendeerd, dit om meer zicht te krijgen op regionale knelpunten en problematieken. Zo wordt de stand van zaken binnen de werkgroep woonstudie op regelmatige basis besproken op de woonraden. Deze werkgroep werd namelijk vanuit de woonraad opgestart, die hierbij een belangrijke adviesrol heeft. Ook de procedures en stand van zaken rond leegstand worden teruggekoppeld op het lokaal woonoverleg.

Er werd, sinds 2015, vanuit het bestuur van de intergemeentelijke samenwerking bepaald om jaarlijks minimaal éénmaal een intergemeentelijke woonraad tussen Halle en Sint-Pieters-Leeuw te organiseren om gezamenlijke acties te kunnen ondernemen. Overkoepelende thema’s worden hier besproken.